Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Engelen, ik zie ze niet
Engelen, ik hoor ze niet
Ze zijn er wel, ik weet het wel
Een straaltje zon, een streepje licht
Een vreugdetraan, een mooi gedicht
Ze leiden mij, ze staan me bij
Ze houden veel van jou en mij
Onzichtbaar maar voelbaar nabij
Engelen, ik zie ze niet
Engelen, ik hoor ze niet
Dauwdruppel op een blad, donzig pluisje op mijn pad
Een hemelse melodie
Als toeval of puur geluk
Als zoete inval of fijne truc
Ze spelen met mijn fantasie
Engelen, ik zie ze niet
Engelen, ik hoor ze niet
Ze laten me dromen en dikwijls ontkomen
Aan schijnbaar dreigend gevaar
Ze leren me lessen, ze kunnen me testen
Dan word ik hun bijzijn gewaar
Engelen, ik ken ze wel
Engelen, ik voel ze wel
Als donderslag, als blije lach
Ze kleuren mijn dag en nacht
Hun vleugels bewarend rond mij
En voel ik hun liefde en sta ik in mijn kracht
Dan word ik een engel als zij
Aartsengel Michaël, Aartsengel Gabriël, Aartsengel Raphaël, Aartsengel Uriël
Cherubijnen, Serafijnen, engelen in dienst van God
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Je wou zo graag hier bij ons zijn, op de aarde gaan leven
Je kon niet langer meer wachten, je wou er alles voor geven
En kijk, hier op aarde bij een man en zijn vrouw
Groeide ook het verlangen naar een baby, naar een kindje, naar jou
Maïté, wees welkom in ons midden, lieve Maïté
Maïté, je brengt veel vreugde in de harten, Maïté
In het leven kan je kiezen, je kan winnen en verliezen
Als je maar niet vergeet dat de liefde je drijft en je draagt
Maïté, zo klein, zo fijn en al een pracht van een vrouw
Maïté, zo wondermooi als ochtendparels van dauw
Leef je leven, leef voor liefde, wees je innerlijk kind altijd trouw,
Vind vooral veel geluk, Maïté!
Je bent maar net aangekomen, in een gezellig warm nest
Bij twee schatten van ouders, ze doen toch zo goed hun best
Je mama en je papa zijn met jou erg begaan
Om je met al hun liefde door dik en door dun bij te staan
Maïté....
Ik vraag me af waar je woonde, voor je geboorte op aarde
Was het in sterrennevels, waar ik lang naar kan staren
En kijk, in je oogjes is die schittering er weer
Daarin gaan al die flonkerende sterren opnieuw fel te keer
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Je hoort bij mij, als de honing bij de bij
Als de zon bij de maan, als de schil bij de banaan
Als vreugde bij pijn, als zonlicht in wijn
Als oma bij opa, als België bij Europa
Eén, alles is één, éénzelfde liefde in verschillende gedaanten
Eén, alles is één, één in verscheidenheid, maar één
Je hoort bij mij, als Columbus bij het ei
Als beloning bij geduld, half leeg bij half gevuld
Als alles bij niets, als Eddy op de fiets
Als geboorte bij de dood, als een Palestijn bij een Jood
Eén, alles is één...
Je hoort bij mij, als de griffel bij de lei
Als de steel bij de pan, Cassivrouw bij Cassiman
Als saai bij leuk, als krabben bij jeuk
Als Kuifje bij Bobbie, als excuus bij sorry
Eén, alles is één...
Je hoort bij mij, als het gras in de wei,
Als het kind bij het spel, asjeblief bij dank je wel
Als Richter bij de schaal, als de Vlaming bij de Waal
Als boven bij beneden, als oorlog bij vrede
Eén, alles is één...
Je hoort bij mij, als blij bij vrij
Als water bij vuur, als de mens bij de natuur
Als Klaas bij Piet, als kiere bij wiet
Als de rimpels op 't gezicht, als duisternis bij licht
Eén, alles is één...
Je hoort bij mij, als de klokjes in mei
Als eerste bij laatste, als rust bij 'ter plaatse'
Als de kers op de taart, als Troje bij het Paard
Ja, wij horen te samen, als ' het zij zo' bij 'Amen'.
Eén, alles is één, éénzelfde liefde in verschillende gedaanten
Eén, alles is één, één in verscheidenheid maar één
Eén, alles is één, éénzelfde liefde in verschillende gedaanten
Eén, alles is één, één in verscheidenheid maar één
Eén in verscheidenheid maar één
Eén, één, één
Eén, één, één
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim.Van Aelst (re klein)
Er is de pracht van de natuur als blijk van goddelijke rijkdom, een getuigenis van meesterlijk vernuft.
En voor wie kijken wil en horen wil is dit enige decorum een kunstwerk van overweldigende schoonheid.
Alleen de mens is ongelofelijk egoïstisch, hij sluit de ogen voor zijn werelds paradijs
Hij leeft hoogmoedig in zijn hoge ivoren toren, voor zijn trots en arrogantie betaalt hij vroeg of laat een prijs.
Herinnering...
Er is de bloem, ze oogt zo fraai, ze is zo fier en zo koket, ze is de mooiste van het hele bloemenboeket
Ze geurt verleidelijk, pronkt vorstelijk, kleurt de aarde wondermooi, omdat ze tweehonderd procent een bloem wil zijn
Alleen de mens is ongelofelijk kortzichtig, hij kent de bloemen en de planten van de beeldbuis
Hij leeft verloren in zijn hoge ivoren toren en als hoeder van de schepping geeft hij telkens weer niet thuis
Herinnering...
Er is de kat, als ze jaagt, is ze lenig en beweeglijk, maar waakzaam en alert voor de fatale sprong
Ze kan wachten, eindeloos wachten, geen vezel die verroert, ze is aanwezig in dat spannende moment
Alleen de mens is ongelofelijk gespleten, hij piekert altijd over toekomst en verleden
Hij voelt zich eenzaam in zijn hoge ivoren toren en hij vergeet dat het geluk voor het grijpen ligt in het heden
Herinnering...
Er is het kind diep van binnen, het is verwaarloosd en bedroefd, het krijgt geen aandacht en geen kans meer om te spelen
Het zit verweesd in zovele harten, overstemd door het gedruis van grote mensen die altijd alles beter weten
Alleen de mens die bewust wordt van zijn lijden, beseft ten volle dat hij zichzelf geweld aandoet
Hij kan zijn innerlijke kind finaal bevrijden, dan gaat hij in volwassenheid de tuin van Eden weer tegemoet.
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Er zijn relaties en relaties en koppels bij de vleet
Passionele liefdes en overspelig leed
Er zijn geloften van eeuwige liefde of tot de dood weer scheidt
Afspraken in het hiernamaals, vergeten met de tijd
Maar nu mijn ziel jouw ziel herkent, twee helften uit een stuk
Als een geheel geschapen in opperste geluk
Kan niets ons nog vervreemden of scheiden van elkaar
Twee teruggevonden harten, één waarlijk zielenpaar
Er zijn zoveel miljarden mensen die zoeken naar zichzelf
Op uitkijk naar de andere, de ware wederhelft
Er zijn zoveel gescheiden zielen in het eeuwige labyrint
Waar alles altijd eindigt, waar alles herbegint
Maar nu mijn ziel jouw ziel herkent, twee helften uit een stuk
Als een geheel geschapen in opperste geluk
Kan niets ons nog vervreemden of scheiden van elkaar
Twee teruggevonden harten, één waarlijk zielenpaar
Wij zijn allen verdwaalde zielen in de nevels van de tijd
Gescheiden van de partnerziel, ons evenbeeld gelijk
De hunkering naar eenheid is ongelooflijk groot
Ze overstijgt de grens tussen het leven en de dood
Maar nu mijn ziel jouw ziel herkent, twee helften uit een stuk
Als een geheel geschapen in opperste geluk
Kan niets ons nog vervreemden of scheiden van elkaar
Twee teruggevonden harten, één waarlijk zielenpaar
Tekst en muziek: Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
We leven nu al eeuwen lang op aarde
En even lang zijn we als vreemden voor de anderen
We vechten oog om oog en tand om tand
Onze hebzucht steekt de wereld in de brand
Het zijn de lessen die we willen leren
Voorbij de pijngrens kan het inzicht triomferen
Dat wij niet langer afgescheiden zijn
Zoals de Maya-groet het ook al zei
In Lak'esh, ik ben een andere jij
Alak'in, in het licht van de zon
In Lak'esh, ik ben een andere jij
Alak'in, in het licht van de zon
Het is nog niet zo heel erg lang geleden
Dat bij de Maya's zelden strijd werd gestreden
Zij leefden vredesvol, hun liefde was totaal
Hun lichtend voorbeeld inspireert ons helemaal
We leren pijn en lijden te omarmen
Er komt een einde aan het rad van karma
We zien elkaar opnieuw als bakens van Licht
Een door de hand van God geschreven gedicht
In Lak'esh, ik ben een andere jij
Alak'in, in het licht van de zon
In Lak'esh, ik ben een andere jij
Alak'in, in het licht van de zon
Dag buur, dag kennis, dag familieleden
Dag vriend en vijand over heel de wereld
Ik heb je innig lief omdat ik weet
Wij zijn de liefde die alleen maar anders heet
Kijk, onze hartsverbinding wordt herboren
De liefde/haat contrasten gaan verloren
Het vredesbeeld verliest zijn angstig gezicht
En als de Maya's groet ik jou in het Licht
In Lak'esh, ik ben een andere jij
Alak'in, in het licht van de zon
In Lak'esh, ik ben een andere jij
Alak' in, in het licht van de zon
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Nina, een kind met vuur
Een gezonde brok natuur
Soms hevig, soms heel stil
Haar speelse ogen maken het verschil
Want als ze naar me kijkt
Voel ik een diepe warme gloed
Een liefdesgolf die me verrijkt
Mijn hartslag plots versnellen doet
In haar kleine lieve handjes
Houdt ze een hele mooie doos
Het geheim van haar geluk
Daarin bewaart ze stuk voor stuk
Alle kusjes die ze kreeg
Niet van om het even wie
En waarom ze het lang verzweeg
Ze zijn van God, hemeltjelief
Haar kusjes verrichten wonderen
Ze zijn ook niet gewoon
Ze helen alle wonden
Ze zuiveren van alle zonden
Als grote mensen klagen
Hun zorgenleven moe
Dan gaat ze even vragen
God asjeblief, een kusje toe
Nina is een schatje
Omdat ze naar het leven kijkt
Zo ontwapenend en gewoon
Voor grote mensen een verre droom
De liefde uit haar kleine hartje
Geeft ze onvoorwaardelijk door
Aan iedereen in pijn en smarten
Die zijn geloof in liefde verloor
Er zijn steeds meer wonderkinderen
Die een nieuw licht doen ontstaan
In zoveel versteende harten
Die het leven niet meer harden
Over niet te lange tijd
Daarvoor durf ik met u wedden
Herontdekken we die wijsheid
Onze kinderziel zal ons redden
Tekst en muziek : Guido Cassiman , arr. Wim Van Aelst
Beste Hein, vanaf je bestaan loop je rond met een barslechte faam
Beste Hein, de mensheid heeft eigenlijk jouw reputatie beschaamd
Nog aan toe, Adam bezegelde 't lot van de mens met de dood
Nadat God hem en Eva de levensboom eeuwig verbood
En die faam heb jij niet verdiend, goede vriend
Beste Hein, je hebt een beroep dat geen wezen in jouw plaats zou doen
Beste Hein, je verdient zelfs geen cent noch een uitkering noch een pensioen
Nog aan toe, mensen zijn als de dood als je in hun gedachten verschijnt
Ze kennen geen rust meer tot je weer een poosje verdwijnt
Met die angst is niemand gediend, goede vriend
Beste Hein, zeg me aan welke deuren je de jongste tijd hebt geklopt
Beste Hein, hoeveel lijfelijke levens heb je deze week weer gestopt
Nog aan toe, het leven op aarde mondt telkens weer uit in de dood
Want overbevolking brengt heel de planeet in de nood
En dat heb jij ook scherp gezien, goede vriend
Beste Hein, jij maait levensdraden en zorgt daarbij voor veel verdriet
Beste Hein, op de keper beschouwd is dat zeker je intentie niet
Nog aan toe, je reikt ieder van ons de weg naar een nieuw leven aan
Maar ik zit nog gevangen in mijn dualistisch bestaan
En daar heb jij niets mee te zien, goede vriend
Beste Hein, we hebben in vorige levens al kennis gemaakt
Beste Hein, het is dus herkenbaar als nogmaals mijn ademtocht staakt
Nog aan toe, vroeg of laat sterft mijn ego een onvermijdelijke dood
En valt het ultieme geluk mij vanzelf in de schoot
En dat heb ik zelf uitgekiend, goede vriend
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Luister naar de aarde, luister naar de aarde, luister naar de aarde
Ze spreekt je zachtjes toe als een moeder tot haar kind
Ze heeft je al die jaren gekoesterd en bemind
Luister naar de aarde, luister naar de aarde, luister naar de aarde
Ze ademt zwaar en diep, ze heeft veel pijn, ze heeft verdriet
De mensen zijn brutaal, minachten haar natuur, haar schoonheid gaat te niet
Wie geeft om moeder aarde, wie wiegt haar in de armen, wie zingt voor haar een lied?
Ze wentelt om en om, ze zet ze in het maanlicht en dan weer in de zon
Haar bewoners, van de ene ochtend tot de andere morgenstond
Luister naar de aarde, luister naar de aarde, luister naar de aarde
We drinken van haar bronnen, eten haar gewassen, ademen haar lucht
Ontheiligen haar bodem, haar zeeën en oceanen en haar laatste zucht
Wie geeft om moeder aarde, wie wiegt haar in de armen, wie zingt voor haar een lied?
Ze hult zich in haar bloesems en haar groene wouden, een prachtig kleed
Het koor van alle dieren bezingt de lof van de blauwe planeet
Luister naar de aarde, luster naar de aarde, luister naar de aarde
Ze schuddebeeft en kraakt, ze kokhalst en ze braakt om wat ze moet doorstaan
Maar dan komt haar verweer en gaat ze fel te keer, ze is erg aangedaan
Wie geeft om moeder aarde, wie wiegt haar in de armen, wie zingt voor haar een lied?
Miljoenen jaren lang gaf ze het beste van zichzelf
De aardigste der moeders in het ganse hemelgewelf
Luister naar de aarde, luister naar de aarde, luister naar de aarde
Ze is in slechte doen, ze is het Noorden kwijt, misschen valt ze wel stil
De mens wordt meer bewust, hij mediteert, omdat hi het anders wil
Wie geeft om moeder aarde, wie wiegt haar in de amen, wie zingt voor haar een lied?
Ze is heel zelfbewust, ze is verbonden met de Bron,
Ze krijgt het reddend licht van de grote centrale zon
Luister naar de aarde, luister naar de aarde, luister naar de aarde
Ze transformeert haar leed, haar liefde is hemelsbreed, ze krijgt een nieuwe glans
En als een goede moeder geeft ze haar mensenkinderen nog een nieuwe kans
Wie geeft om moeder aarde, wie wiegt haar in de armen, wie zingt voor haar een lied?
Tekst en muziek : Guido Cassiman , arr. Wim Van Aelst
Jij, jij bent een echte zus voor mij
Jij, jij bent een echte broer voor mij
En zoals ik jou en jij mij ziet
Een mooier vriendschap is er niet
Gedragen in eenzelfde lied
Jij, jij bent dat evenbeeld van mij
Jij, jij bent die andere stem in mij
En al is jouw weg de mijne niet
Al is jouw vreugde soms ook mijn verdriet
Ik hou van jou, ik haat je niet
Wij, de vruchten van eenzelfde boom
Wij, de spelers in eenzelfde droom
Wij, de zangers van eenzelfde koor
Wij zijn zoals de noten in een harmonieus akkoord
Jij, jij bent een open boek voor mij
Jij, jij bent ver weg en toch dichtbij
En al kom jij uit een ander land
Al heeft men aan jouw volk het land
Wij hebben toch een liefdesband
Jij, jij bent in wezen een met mij
Jij, een deeltje hij een deeltje zij
En al lijk jij helemaal apart
Al doe je soms iets dat mij erg verwart
Je spreekt me aan van hart tot hart
Wij, wij komen uit eenzelfde Bron
Wij, wij zijn de kinderen van de zon
Wij, ons anders zijn is schijnbaar groot
Wij zijn nochtans verbonden als het leven met de dood
Het leven is lachen, het leven is wenen, doorheen je tranen vloeit het andere in het ene
Het leven is pijn en ook geluk, met stijl en gratie kunnen vallen van je voetstuk
Het leven is slaan, maar ook wel zalven, een waarheid als een koe die klaar staat om te kalven
Het leven is treurig, het leven is fleurig, maar bovenal zo wonderbaarlijk en zo kleurig
Het leven is krijgen, het leven is geven, zoals je enkel goed kan lopen op twee benen
Het leven is vieren, het leven is feesten, de ene braafjes en de andere als de beesten
Het leven is vallen en dan weer opstaan, de onvermijdelijke schil van de banaan
Het leven is leven en leven is sterven, je kleurt je leven om het ook nog dood te verven
Het leven is waken, het leven is slapen, tussen succes en tegenslag wat apegapen
Het leven is chaos, het leven is orde, alleen met liefde kan het nog wel zinvol worden
Het leven is lelijk, het leven is mooi, het zonlicht heeft zich ook met schaduwen getooid
Het leven is willen en vaak niet kunnen, een filmkomedie met de 'Dikke en de Dunne'
Het leven is oorlog, het leven is vrede, de roep voor vrede houdt het zwaard niet in de schede
Het leven is wachten, benauwd afwachten, het einde van de wereld is om kwart voor achten
Het leven is scheppen, het leven is spelen, wie creatief is kan zich geen minuut vervelen
Het leven is vrijheid, het leven is blijheid, het zien van alles als een stralend grote eenheid
Het leven is balsem, het leven is drek, een paradox maar eigenlijk nog niet zo gek
Het leven is dansen, het leven is zingen, over de relativiteit van alle dingen
Het leven is hemels, het leven is hels, nu eens op wolkjes en dan helemaal rebels
Het leven is schijn, virtual reality, wat gisteren zeker leek, is nu alweer illusie
Het leven is liefde, het leven is haat, in ieder mens een vredesduif, een machtsfanaat
Het leven is aarde, water, lucht en vuur, zo zijn wijzelf en zo is ook heel de natuur
Het leven is eten, het leven is drinken, op het geluk van al je medemensen klinken
Het leven is zoeken om te vinden, of dat zo is, kan je enkel ondervinden
Het leven is God, Boeddha, Allah, het plots ontdekken van je eigenste Walhalla
Het leven is hier, het leven is nu, zoals twee kindjes onder moeders paraplu
Het leven is cool en wij zijn smurfen, die op de allergekste website willen surfen
Het leven is alles, het leven is niets, het draait maar rondjes als de ketting op een fiets
Het leven IS, het leven IS de bevrijding uit de denkgevangenis
Het leven IS, het leven IS een onvoorwaardelijke dankbelijdenis
Het leven IS, het leven IS bij elke ademhaling een belevenis
Het leven IS, het leven IS niet meer of minder dan dat ene woordje 'IS'
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Het is allemaal gekomen door die ene ongelofelijke oerknal
Dat is voelbaar van Zuid-Afrika tot Canada en ook wel in de Oeral
Het is een zaak van iedereen als is ie koning of een doodgewone slijmbal
Want de vibraties van de knal die blijven hier en nu en altijd overal
En die zitten in mij en die zitten in jou
Die vind je terug in elke man, in elke vrouw
En vind je dat leuk of vind je dat flauw
Het is niet weg te denken uit de kosmos als je dat ook wou
Het is begonnen met die superkolossale vuurbal
Daarin zat alles maar dan ook alles wat zou ontstaan
De zon en de maan hadden toen geen kans van schijnen
De zwarte gaten en planeten hadden nog geen schijn van kans
De blauwdruk van de kosmos was genetisch uitzend klaar
En in een goddelijk absoluut orgasme knalde alles uit elkaar
Het universum leek wel plots een echt inferno
En de sterren flitsten naar een eindeloos doel
En lichtjaren later ontpopte zich moeder aarde
Tot een planeet met overvloedig levensgroen
Planten en dieren kregen er hun plekje en als laatste in de rij
Kwam de mens als lichtverschijning in zijn glorie er ook bij
Het is allemaal gekomen...
Als je bedenkt waaruit we allen zijn ontsproten
Uit eenzelfde energetisch oerpatroon
Diezelfde kracht vertoont zovele variaties
Als er schepsels in het hele universum zijn
Waarom zijn we dan mekaars vijand
En waarom niet eenieders vriend
Waarom zijn we in dat opzicht niet een beetje helderziend?
We zijn de zin van ons bestaan lang vergeten
We zijn de herkomst van ons leven heel lang kwijt
En de dromen die ons daar een glimp van tonen
Doen we af als larie en verloren tijd
Is de keuze die we maken voor lijden en voor angst
Of maken we de herinnering weer springlevend: 'liefde duurt het langst!'?
Wil je enkele liedjesteksten afprinten? Selecteer dan de gewenste tekst op deze pagina,klik op het printericoontje en selecteer het selectievakje 'selectie' in het printervenster.
Dan kom Jij
Tekst en muziek : Guido Cassiman, arr. Wim Van Aelst
Soms ben ik in stilte bij mezelf
Klinkt de wereld om me heen wat meer gedempt
Mediteer ik bij wat kaarslicht, daalt een diepe rust in mij
Straalt mijn wezen als een echte zon
Krijg ik stilaan voeling met de Bron
Ben ik heel bereikbaar voor het wonder dat ontstaat
Dan kom jij, dan kom jij, onnoembare aanwezigheid in mij
Dan kom jij, dan kom jij, allerhoogste liefdeskracht in mij
Jij vult mijn ziel, jij vult mijn hart.
Als ik aan het werk ben in de tuin
In de betovering van bonte bloemenpracht
Met mijn handen in de aarde, wroet ik eigenlijk in mezelf
Raakt mij dat herkennende gevoel
Dat de hemel met de aarde samen voegt
Ben ik heel bereikbaar voor het wonder dat ontstaat
Dan kom jij, dan kom jij, onnoembare aanwezigheid in mij
Dan kom jij, dan kom jij, allerhoogste liefdeskracht in mij
Jij vult mijn ziel, jij vult mijn hart.
Soms ben ik in tijd van tegenspoed
In vertwijfeling naar antwoorden op zoek
Vraag ik me dan ook af : "waarom maak ik dit nu mee?"
Voel ik hoe de boosheid mij belaagt
Hoe een schuldgevoel weer aan mij knaagt
Bijna onbereikbaar voor het wonder dat ontstaat
Dan kom jij, dan kom jij, onnoembare aanwezigheid in mij
Dan kom jij, dan kom jij, allerhoogste liefdeskracht in mij,
Jij vult mijn ziel, jij vult mijn hart.
Jij bent mijn ziel, jij bent mijn hart
Tekst en muziek : Guido Cassiman; arr. W. Van Aelst
Droom, je bent mijn wonderlijk gerief
Droom, je maakt mijn leven positief
Droom, als ik je wereld binnen schrijd
Is plots de mijne eens zo wijd
In jouw daarland van nacht en maan
Droom, je bent mijn innerlijke gids
Je toont me alles in het niets
Je geeft meer zin aan mijn bestaan
Droom, je hebt aan invloed ingeboet
Droom, je wijsheid is verwaarloosd goed
Droom, de moderne mens beschikt
Terwijl jij zijn leven wikt
En hem dienstbaarheid betoont
Droom, ik wil meer weten van je taal
Droom, leer me 't geheim van jouw verhaal
Droom, je maakt me lekker creatief
Meer zelfbewust en inventief
Ik schrijf en zing je kracht
Droom, waarom heb ik jou lang miskend
Je bent nochtans altijd present
Een vriend die altijd op me wacht
Droom, je voorspelt geluk of nood
Droom, je waarschuwt voor de dood
Droom, je kent mijn allerdiepste wensen
Je verbant mijn angst voor grenzen
Want daar kijk ik tegen aan
Droom, je lessen zijn niet gauw geleerd
Daarom dat je ze soms repeteert
Droom, het is zo heerlijk als ik vlieg
Ik mag hier sterven als ik lieg
Ik ben tot bij de zon geweest
Droom, je bevrijdt mijn sterkste lusten
Als hooggerijpte passievruchten
In een superorgastisch feest
Ooit ontwaak ik in de grote droom
Dan kijk ik naar het leven zonder schroom
Dan doe ik wat ik droomde als een kind
Voor wie het leven echt begint
In de stilte voor het vragen
Droom, ik heb je meer bewust gedroomd
Droom, daarvoor heb jij me goed beloond
Droom, geen illusie maar de waarheid
Daarin zie ik nu meer klaarheid
Ik ken 't geheim dat je bewaarde
Droom, ik geef me over aan extase
Ik leef voortaan in jouw oase
tussen de hemel en de aarde